Categorieën
Geen categorie

Zo ervaren mensen met beperking kansenongelijkheid: ‘Je vereenzaamt’

Door Julia van Dunschoten


20 sep 2023 om 20:14

142 reacties

Mensen met een beperking krijgen in veel gemeenten nog altijd veel te weinig hulp om volwaardig mee te doen in de maatschappij, blijkt uit een rondvraag. NU.nl vroeg mensen met een beperking of er inderdaad sprake is van kansenongelijkheid.

Met het oog op gelijke kansen in de samenleving is toegankelijkheid het belangrijkst, vindt Simon Bornstein, voorzitter van de wijkraad Amsterdam-Zuidwest.

“Dat begint bij openbare plekken, zoals het ov. Ik zie bijvoorbeeld soms dat er maar één lift voor een perron is. Als die lift voor langere tijd kapot is, betekent dit dat je je trein niet kan nemen als je minder mobiel bent. En als je de trein niet kunt nemen, betekent het dus dat je niet naar je werk of andere sociale plekken kan.”

Niet alleen openbare plekken zoals de supermarkt, maar ook persoonsgebonden hulpmiddelen zijn belangrijk met het oog op toegankelijkheid. Maar als zo’n hulpmiddel kapot is, duurt het heel lang voordat het wordt gerepareerd, vertellen meerdere lezers.

“Mijn scootmobiel was kapot, maar voordat ik iemand kon spreken over reparatie, moest ik zes keer bellen, waarbij ik tot anderhalf uur in de wacht stond per keer”, vertelt Bornstein. Zijn ervaring is geen uitzondering. “De reparatie van een kapotte rolstoel kan zo zes tot acht weken duren. In die tijd kan je niet veel doen”, zegt een lezer.

‘Je wordt zelfs als chronisch zieke de schulden ingejaagd’

Bornstein zag in een eigen wooncomplex hoe belangrijk toegankelijkheid is. “Op de derde verdieping woonde iemand met een beperking die een lift nodig had. Nadat we een Wmo-verzoek hadden ingediend, bleek dat de gemeente maar tot de eerste verdieping een lift kon plaatsen. Voor een extra verdieping moesten we 10.000 euro betalen.”

“Als je een AOW hebt, of als je van een uitkering leeft zoals veel mensen met een beperking, kun je dit niet betalen.” Dit is volgens een lezer een groot probleem. “Je wordt zelfs als chronisch zieke de schulden ingejaagd.”

Toch zijn er kleine oplossingen. “In Amsterdam heb ik in de kringloopwinkel een medische hoek gezien. Hier kun je een wandelstok vinden, maar ook een bedlift of rolstoel”, vertelt Bornstein. “Hulpmiddelen zijn er betaalbaarder voor mensen met een beperking die een beperkt budget hebben.”

‘Je voelt je minderwaardig, omdat je zo ook wordt behandeld’

Bornstein ziet dat mensen met een beperking met psychische klachten kampen doordat ze niet kunnen meedoen in de maatschappij. Een 27-jarige lezer zegt dat ze veel zelf moet regelen. “Het kost mij ontzettend veel energie om hulp en ondersteuning te krijgen, omdat ik maar aan de bel moet blijven trekken. Ik word regelmatig met een kluitje in het riet gestuurd.”

Als een hulpmiddel kapotgaat en de gebruiker ervan geen reserve heeft, kan diegene zich slecht verplaatsen en daardoor weinig uit huis komen. “Je voelt je opgesloten. Als je dan ook nog eens geen vrijwilligers of mantelzorger om je heen hebt, vereenzaam je”, vertelt Bornstein.

“Er is sprake van een lotsaanvaarding onder mensen met een beperking. We aanvaarden onze beperking, maar ongelijke kansen niet. Je voelt je minderwaardig, omdat je zo ook wordt behandeld”, zegt Bornstein. Dat is zonde, vindt hij. “De talenten die je hebt kun je minder goed ontwikkelen, doordat je geen kans krijgt.”

Een lezer zegt weer een “volwaardig burger” te willen zijn en ook weer als dusdanig mee wil doen. Deel uitmaken van de maatschappij is belangrijk voor mensen met een beperking, benadrukt Bornstein. “Als je kan meedoen in de samenleving, krijg je je levensgeluk terug.”

bron:

www.nu.nl/binnenland/6281753/zo-ervaren-mensen-met-beperking-kansenongelijkheid-je-vereenzaamt.html

Categorieën
Geen categorie

OPENBAAR VERVOER WORDT MINDER, DAT IS ONGEWENST

WIJKRAAD ZUID – WEST AMSTERDAM, schrijft een brief aan de Gemeenteraad en de Vervoersregio Amsterdam. Met deze brief uiten wij onze zorgen over het beperken van het aanbod van openbaar vervoer en het aantal tramlijnen in Zuid-West Amsterdam.

Wij vinden dat deze maatregelen een negatieve invloed hebben op de bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid van onze wijk. Graag lichten wij onze bezwaren toe aan de hand van de volgende punten:

– Het verminderen van het aantal tramlijnen leidt tot langere reistijden, meer overstappen en meer drukte in de overgebleven trams. Dit is niet alleen oncomfortabel en onpraktisch voor de reizigers, maar ook ongunstig voor het milieu en de volksgezondheid. Bovendien vermindert het de aantrekkelijkheid van het openbaar vervoer als alternatief voor de auto.

– Het beperken van het aanbod van openbaar vervoer heeft een negatief effect op de sociale cohesie en de participatie van de bewoners van onze wijk. Veel mensen zijn afhankelijk van het openbaar vervoer om naar hun werk, school, winkels, familie, vrienden of activiteiten te gaan. Door het verminderen van de frequentie en de beschikbaarheid van het openbaar vervoer worden deze mensen geïsoleerd en beperkt in hun mogelijkheden om mee te doen in de samenleving.

– Het beperken van het aanbod van openbaar vervoer en het aantal tramlijnen heeft ook gevolgen voor de veiligheid in onze wijk. Minder openbaar vervoer betekent minder sociale controle, minder verlichting en minder toezicht op straat. Dit kan leiden tot meer criminaliteit, overlast en onveiligheidsgevoelens bij de bewoners.

Wij verzoeken het College van Burgemeester en Wethouders dan ook om deze maatregelen te heroverwegen en te kiezen voor een beter openbaar vervoer in Zuid-West Amsterdam.

Wij denken dat dit niet alleen goed is voor onze wijk, maar ook voor de hele stad. Een goed openbaar vervoer draagt bij aan een duurzame, leefbare en inclusieve stad waar iedereen zich thuis voelt.