De Wijkraad stelt deze week in het teken van de Week van het Lezen en Schrijven. De nationale themaweek schenkt ruime aandacht aan de grote groep burgers die laaggeletterd zijn.
Laaggeletterdheid kan leiden tot een ongezonde levensstijl, depressiviteit, financiële problemen en een gebrekkig maatschappelijk functioneren.
Met het SOCIAAL SPREEKUUR van de Wijkraad wordt ook een bijdrage geleverd aan het bestrijden van laaggeletterdheid. Regelmatig verwijzen wij hulp vragende personen door naar Nederlandse taalcursussen in Zuid West, of worden mensen aan een taalcoach gekoppeld.
In Nederland zijn er omstreeks twee en een half miljoen mensen die moeite hebben met lezen en schrijven. Het gaat daarbij om mensen tussen de zestien en ouder.
Zo ook Ali, een mens met een migratie achtergrond – die de letter P niet uit kan spreken. Hij maakt van de P een B wanneer hij spreekt: ‘Pieter Praat en Plet een Plaveisel Platvloers’, wordt dan ‘Bieter Braat en Blet een Blaveisel Blatvloers’. Hierdoor wordt hij vaak door anderen niet goed begrepen; een communicatie ‘Bropleempje’ ontstaat dan al snel.
Mensen zoals in het voorbeeld van Ali hebben slechts de beschikking over een uitermate beperkte woordenschat. Zij beschikken nauwelijks over een Nederlands vocabulaire. Hierdoor begrijpen zij niet wat van hen verwacht wordt vanwege de overheid, de Nederlandse buren of hun werkgever.
Dit kan leiden tot frustratie, depressie en woede bij de ongeletterde persoon. Het fatsoenlijk aanleren van de Nederlandse taal en het zich eigen maken van een voldoende vocabulaire is dus van het grootste belang voor het persoonlijk welzijn, de gelukbeleving en het eigen belang van de hier genoemde Ali.
Als een mens zoals de hier opgevoerde denkbeeldige Ali laaggeletterd is wordt zelfs het uitvoeren van kwalitatief vrijwilligerswerk vrijwel onmogelijk. Het vrijwilligerswerk beperkt zich dan bijvoorbeeld tot het sjouwen van dozen of schoonmaakklusjes; het uiterst simpele uitvoerende werk.
Eén op de zes mensen in Nederland is laaggeletterd. Omstreeks achttien procent van ‘s lands bevolking volgens cijfers van de Algemene Rekenkamer in Den Haag (stand 2016).
Een hoge mate van ongeletterdheid onder de bevolking leidt tot hoge maatschappelijke kosten. Minder participatie en een lagere kans op fatsoenlijk werk met een acceptabel salaris.
Fatsoenlijke kwaliteit van het Nederlandse onderwijssysteem dat daarenboven goed toegankelijk moet zijn voor alle burgers ongeacht hun sociaal-economische status is van groot maatschappelijk belang.
Laaggeletterdheid kan samenhangen met het vrijwel ontbreken van digitale vaardigheden. Waardoor overheidsinformatie voor de doelgroep onbereikbaar wordt en hun maatschappelijke deelname belemmerd. Het persoonlijk leven van betroffen personen wordt in sterke mate bepaalt door de laaggeletterdheid.
Financiële zaken niet waar kunnen nemen, minder snel aan een baan kunnen komen, een ongezonde levensstijl zijn in veel gevallen slechts enkele van de vele gevolgen die laaggeletterdheid met zich brengt. Circa 1.8 miljoen Nederlanders van zestien tot en met vijfenzestigjaar heeft bovendien problemen met rekenen.
Een laaggeletterde burger kan goed worden herkend wanneer er wordt gelet op de juiste signalen. De vraag of iemand anders even kan voorlezen of een brief of mail kan schijven, ligt voor de hand.
Andere herkenningssignalen zijn langdurige werkloosheid, moeite hebben met mobiel bankieren, een slecht leesbaar handschrift hebben, niet verder groeien in werk, het niet beschikken over een email adres, het niet scannen van teksten met de ogen wanneer een tekst voor ligt, de opmerking ‘ben mijn bril vergeten’.
De Wijkraad zet in op verheffing en emancipatie!
Door: Rabbijn Simon Bornstein