Categorieën
Geen categorie

WIJKRAAD VRAAGT TWEEDE KAMER OM TEGEMOETKOMING ONVOLLEDIGE AOW-OPBOUW SURINAAMSE, INDISCHE, MOLUKSE & ANTILLIAANSE NEDERLANDERS

Surinaams, Vlag, Nationale Vlag, Natie

Met verschuldigde eerbied richt WIJKRAAD ZUID-WEST AMSTERDAM zich met dit VERZOEKSCHRIFT tot de TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. De WIJKRAAD is een platform dat in 1951 werd opgericht en zich sedertdien bezig houdt met de collectieve belangenbehartiging vanuit bewonersperspectief namens 22 bewonersorganisaties.

Thans richten wij ons op EQUAL PAY DAY tot u. De EQUAL PAY DAY werd door de EUROPESE COMMISSIE opgericht om constant, ieder jaar weer – aandacht te vragen voor het wettelijk recht op gelijke beloning voor gelijk werk voor vrouwen en andere groeperingen in onze samenleving. In Nederland verdienen vrouwen gemiddeld 36 % minder dan mannen voor gelijke werkzaamheden. Ook verdienen vrouwen op uurloon basis 13 % minder salaris dan hun mannelijke collegae. Deze ongelijkheden in de HUIDIGE SAMENLEVING komen ook tot uitdrukking in de NEDERLANDSE PENSIOENWETGEVING, in het bijzonder in de ALGEMENE OUDERDOMSWET (AOW) in de nooit betaalde salarissen, soldij en (militaire en invaliditeits-) pensioenen aan Indische Nederlanders en (rechthebbende nazaten van) de Molukse leden van het voormalig Koninklijk Nederlands Indisch Leger. Dit laatste noemen wij BACKPAY salarissen, uitkeringen en pensioenen: de INDISCHE ERESCHULDEN of INDISCHE KWESTIE.

Op grond van de VETERANENWET (van 2012) hebben VETERANEN van de NEDERLANDSE KRIJGSMACHT, waaronder begrepen de VETERANEN hun verwanten en hun nazaten van het VOORMALIGE KONINKLIJK NEDERLANDS INDISCH LEGER, en de Nederlandse krijgsmachtonderdelen te SURINAME en op ARUBA, CURAÇAO, BONAIRE, SINT EUSTATIUS, SINT MAARTEN EN SABA wettelijk recht op WAARDERING, ERKENNING en RESPECT alsmede ondersteuning en verzorging voor hun materiële belangen en immateriële noden door het NEDERLANDS VETERANENINSTITUUT.

Wijkraad Zuid-West Amsterdam verzoekt de Tweede Kamer der Staten-Generaal om ALLE veteranen, hun verwanten en hun nazaten afkomstig zijnde van (voormalige) overzeese rijksdelen met terugwerkende kracht vanaf de militaire mobilisatie in 1941 gelijk te stellen aan en gelijk te behandelen als veteranen geboortig van het Europees deel van het Koninkrijk der Nederlanden. De categorie ‘inheemse soldaat’ zoals gebezigd in de voormalige Nederlands-Indische Wetgeving, dient uit het huidige militair pensioenstelsel verwijderd te worden. In Nederlands-Indië waren inheemse soldaten niet juridisch gelijk aan Nederlandse of Europese soldaten. Deze ongelijkheid is in het huidig tijdgewricht en onder de thans geldende Nederlandse Grondwet op basis van het eerste artikel der Grondwet onhoudbaar en illegaal te noemen; alle Nederlanders behoren gelijk behandeld te worden.

Tot op heden is de ALGEMENE WET GELIJKE BEHANDELING niet van toepassing op de zes Antilliaanse eilanden. Dit leidt tot ongelijke behandeling van NEDERLANDERS, zulks op basis van hun (ei-) land van inwoning binnen het Koninkrijk of op grond van het deel van het Koninkrijk waar men werd geboren. Wijkraad Zuid – West Amsterdam verzoekt de Tweede Kamer der Staten-Generaal om alle Nederlanders, in het bijzonder hen die wonen op één van de zes Caribische eilanden op alle wijzen gelijk te behandelen met de Nederlanders in Europa. Alle Nederlandse wetgeving, in het bijzonder ten aanzien van werk, pensioenen en sociale zekerheid, behoren in gelijke mate ingevoerd te worden in alle delen van het Koninkrijk – zeer specifiek op de Bonaire, Saba en Sint Eustatius – welke gemeenten zijn binnen het Koninkrijk.

Ook verzoekt WIJKRAAD ZUID – WEST AMSTERDAM u om de veteranen van de Nederlandse krijgsmacht woonachtig te Suriname na de onafhankelijkheid van de Republiek Suriname gelijk te behandelen aan veteranen met de Nederlandse nationaliteit, daar waar het het recht op het ontvangen van militaire pensioenen, tegemoetkomingen en invaliditeitspensioenen betreft. Immers, in het ONAFHANKELIJKHEIDSVERDRAG met de REPUBLIEK SURINAME is hieromtrent tot heden niets formeel overeengekomen of geregeld. Wij wensen een einde te maken aan deze lacune in de Nederlandse wetgeving.

Ten aanzien van BURGERS afkomstig van voormalig Nederlands-Indië, Suriname, de Nederlandse Antillen verzoeken wij u de ALGEMENE OUDERDOMS WET (AOW) dusdanig te wijzigen, dat al deze burgers gelijk gesteld zullen worden aan burgers geboortig van het Europees deel van het Koninkrijk der Nederlanden, wij zijn ons bewust dat deze stelselwijziging mogelijk gevolgen kan hebben in die zin, dat alle genoemde groepen schadeloos gesteld moeten worden waar het een onvolledige AOW opbouw betreft. Hierbij gaat het ons in de eerste plaats om een gerichte tegemoetkoming aan Surinaamse Nederlanders met een onvolledige AOW-opbouw. Nederlanders van Surinaamse afkomst die van 1957 tot 1975 in Suriname hebben gewoond en in verband met de onafhankelijkheid van Suriname op 25 november 1975 er voor hebben gekozen om naar Nederland te verhuizen, waren over de periode van 1957 tot hun verhuizing naar Nederland niet verzekerd voor de Algemene Ouderdomswet (AOW). Zij waren immers tijdens deze periode geen ingezetene van Nederland. Volgens het systeem van de AOW wordt hun uitkering gekort in evenredigheid tot het aantal onverzekerde jaren, het zogenoemde ‘AOW-GAT.

WIJKRAAD ZUID – WEST AMSTERDAM realiseert zich, dat wellicht het STATUUT VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN aangepast zal moeten worden. De daarin beschreven regeling, welke bepaalt dat de landen binnen het Koninkrijk ieder op zich verantwoordelijk zijn voor de eigen SOCIALE ZEKERHEID.

Het AOW stelsel wordt thans bepaald door het begrip ‘ingezetenschap’, WIJKRAAD ZUID – West AMSTERDAM stelt zich op het standpunt dat het begrip ‘Nederlandse Nationaliteit’ van toepassing verklaart dient te worden naast het begrip ‘ingezetene’. Dit met het oog op het vergroten van de doelgroep / -en op wie de AOW toepasselijk behoort te zijn. Het Rijk behoort zich verantwoordelijk te stellen voor een stelselwijziging en de financiële gevolgen welke hieruit kunnen volgen.

Voorkomen moet worden, dat de groep Nederlanders van Surinaamse afkomst die van 1957 tot 1975 in Suriname hebben gewoond, en in verband met de onafhankelijkheid van Suriname op 25 november 1975 er voor hebben gekozen naar Nederland te verhuizen, te maken krijgen met een onvolledige AOW-uitkering. Over de periode van 1957 tot hun verhuizing naar Nederland waren zij immers niet voor de AOW verzekerd, omdat zij tijdens deze periode geen ingezetene waren van Nederland. Na hun verhuizing naar Nederland zijn de Surinaamse Nederlanders als ingezetene van Nederland voor de AOW in Nederland verzekerd, waardoor zij vanaf dat moment aanspraken gingen opbouwen. Na pensionering ontvangen ze in Nederland een AOW-uitkering waarvan de hoogte is gerelateerd aan het aantal jaren ingezetenschap in Nederland. Daar deze groep mensen vóór 1975 (deels) geen AOW in Nederland heeft opgebouwd, ontvangt deze groep geen volledige AOW-uitkering na hun pensionering, tenzij zij gebruik hebben gemaakt van de zogenoemde inkoopregeling.

In oktober 2020 heeft Uw Kamer een motie aangenomen, waarin wordt gesteld dat de hierboven beschreven groepen tegemoet moeten worden gekomen met een schadeloosstelling door de Nederlandse regering. Wijkraad Zuid – West stelt zich op het standpunt dat dit een VERPLICHTE toelating van de bedoelde groep van circa 30.000 personen tot het AOW stelsel behoort te zijn.

Deze groep toenmalige rijksgenoten die leefde in Suriname in de periode 1957 tot 1975 en nu langere tijd woonachtig is in Nederland, heeft naar onze opvatting wettelijk recht op een tegemoetkoming te geven voor hun onvolledige AOW-opbouw in de periode 1957-1975.

Gelet op de bijzondere geschiedenis, eeuwenlange verbondenheid en context, van onze rijksgenoten dienen de bedoelde groepen gelijkwaardig behandeld te worden. Het is goed en rechtvaardig dat Nederland miljarden uittrekt om te investeren in vluchtelingen, asielzoekers en statushouders, maar in de eerste plaats behoort te worden geïnvesteerd in de gelijke behandeling en gelijke beloning van rijksgenoten met een eeuwenoude innige band met Nederland.

Personen thans woonachtig in Nederland, Nederlanders van Surinaamse herkomst, die tussen 1957 en 1975 periode(n) in Suriname hebben gewoond en die voor 25 november 1975 naar Nederland zijn gekomen in aanmerking genomen zijn dat de personen in deze groep vanaf hun geboorte in Suriname de Nederlandse nationaliteit bezitten en daarom gelijkwaardig onderdaan van het Koninkrijk der Nederlanden zijn, wat door de TOESCHEIDINGSOVEREENLKOMST werd gewaarborgd.

Voorts heeft deze groep personen tot hun overkomst naar Nederland geen ouderdomsvoorziening kunnen opbouwen, omdat een stelsel daarvoor pas in 1981 in Suriname werd ingevoerd.

Voorts merken wij op dat, aan deze groepen personen geen gerichte informatie is verstrekt over de (ontbrekende) opbouw van hun AOW-rechten en de bestaande mogelijkheid van inkoop in de AOW. Dit ondanks de wettelijk zorgplicht van de regering.

Gelet op de geest van de Noodwet Ouderdomsvoorziening van 1947 welke aan alle NEDERLANDERS van 65 jaar en ouder een Ouderdomsvoorziening toekende, dient aan alle in dit VERZOEKSCHRIFT genoemde groepen NEDERLANDERS een volkomen gelijkwaardige toekenning op grond van de ALGEMENE OUDERDOMSWET – zonder enige vorm van discriminatie toe te worden gekend. WIJKRAAD ZUID – WEST AMSTERDAM stelt zich op het standpunt dat alle vormen van geïnstitutionaliseerde en of wettelijk vastgelegde vormen van DISCRIMINATIE dienen op te worden geheven.

Er dient URGENT ruimte te worden geschapen voor RECHTSHERSTEL, leidend tot een maatschappelijk helingsproces waardoor genoemde groeperingen zich niet langer door de Nederlandse regering benadeeld behoeven te weten en voelen, maar hen het gevoel en de zekerheid wordt geboden een volledig integraal en onlosmakelijk onderdeel te zijn van een kleurrijke Nederlandse samenleving waarin burgers en overheid op basis van democratische waarden gelijkwaardig met malkander om gaan. Zulks ter krachtige bevordering van maatschappelijke solidariteit in een inclusieve samenleving.

Koti, Slavernij, Afschaffing
Categorieën
Geen categorie

#NATIONALE #INDIË #HERDENKING; #WIJKRAAD #PRESENT

Kan een afbeelding zijn van 2 mensen, staande mensen en buitenshuis

Kan een afbeelding zijn van 3 mensen en bloem

Kan een afbeelding zijn van 5 mensen, staande mensen en buitenshuis

Kan een afbeelding zijn van 5 mensen, staande mensen en buitenshuis

Kan een afbeelding zijn van 3 mensen, staande mensen, buitenshuis en de tekst 'IEாO Waar blijft de SOLDIJ van mijn vader?'

Kan een afbeelding zijn van 4 mensen, lopende mensen, staande mensen en buitenshuis

Kan een afbeelding zijn van roos, eustoma en buitenshuis
Kan een afbeelding zijn van 8 mensen en buitenshuis
Kan een afbeelding zijn van 6 mensen, zittende mensen, staande mensen, lopende mensen en straat
Kan een afbeelding zijn van 6 mensen, staande mensen en buitenshuis
Categorieën
Geen categorie

#WIJKRAAD #NAAR #MOLUKSE #DAG #KWAKU #FESTIVAL

MOLUKSE DAG KWAKU MASSAAL


Het #Kwaku #Summer #Festival barst deze zomer weer voluit los. Op 30 juli 2022 vond de #vijfde #maal de #MOLUKSE #DAG plaats. KWAKU vindt dit jaar plaats van 16 juli t/m 7 augustus 2022. De Molukse KWAKU dag wordt sedert 2016 georganiseerd door de organisaties #Stichting #Rhythm of #Maluku en #TIFA #MAGAZINE en is inmiddels een vast programma onderdeel van het #FESTIVAL.

Leden van Wijkraad Zuid-West Amsterdam bezoeken steevast dit uitbundig cultureel samen zijn. Iedere maal weer een warm bad, met veel fantastische ontmoetingen!

Afbeeldingsresultaten voor kwaku molukse dag

Jaarlijks komen duizenden mensen met een Molukse identiteit naar het Kwaku festival, louter en alleen vanwege de speciale festivaldag waarop zij in de schijnwerpers staan, volle positieve aandacht mogen genieten. Kwaku is een plaats waar de Molukse cultuur in al haar rijke verschijningsvormen tot uiting mogen komen. Men manifesteert zich dan ook uitgebreid. Daarnaast is het een dag vol ontmoetingen tussen familieleden, vrienden oud en nieuw, een plaats waar men een levenspartner vinden kan tijdens het dansen, aan de bar, de bbq of simpel tijdens het flaneren langs de tientallen food en non-food stalletjes.

Het is één van het drukst bezochte dagen van het Kwaku Summer Festival. CORONA strooide enige jaren roet in het eten, maar nu mag men weer voledig los. Het eerste lustrum van de Molukse Kwakudag mag gevierd worden. Het werd een compleet spektakel van entertainment. Veel belovende en wereldberoemde Molukse artiesten, overal muziek, cultuur en eten. Eén groot Moluks zomers feest op het grootste multiculturele festival van Nederland.

Afbeeldingsresultaten voor kwaku molukse dag

De Molukse Dag op Kwaku trekt jaarlijks duizenden bezoekers en is één van het drukst bezochte dag van het Kwaku Summer Festival. Na twee jaar corona kan dan nu eindelijk het lustrum gevierd worden. Dit belooft veel spektakel van entertainment. Molukse artiesten, overal muziek, cultuur en eten. Kortom het wordt één groot Moluks zomers feest op het grootste multiculturele festival van Nederland in Amsterdam.

Met zeer groot genoegen keerden de Wijkraadleden en bewoners van Amsterdam Zuid-West weer terug naar huis, vol van de ervaren festival weelde.
De Wijkraad feliciteert het Kwaku Festival met de het eerste lustrum van de Molukse Festivaldag, tot volgend jaar!

Door:
Rabbijn Simon Bornstein, voorzitter
Sanjay Girwar, vice-voorzitter
Wijkraad Zuid-West Amsterdam

Categorieën
Geen categorie

INDISCHE ONTHEEMDING

De periode 1935 tot en met 1961 was voor bewoners van Europese origine in voormalig Nederlands-Indië, een tijd die zou leiden tot ontheemding. Met de Japanse bezetting van Nederlands-Indië, de internering van mensen van Europese origine en mensen die een ouderpaar hadden van Europese en Aziatische origine in de Japanse concentratiekampen, krijgsgevangenkampen, de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog en het gedwongen vertrek vanuit Nederlands-Indië naar Nederland leidde tot een complete ontrechting en ONTHEEMDING van deze bevolkingsgroepen.

De honderdduizenden Indo’s, Molukkers en Indische Nederlanders die na de Tweede Wereldoorlog en na de onafhankelijkheid van Indonesië met scheepsladingen arriveerden in de havens van Amsterdam en Rotterdam raakten met de opheffing van Nederlands-Indië hun vaderland kwijt. Door het Indonesisch beleid konden zij ook niet blijven wonen in Indonesië, zij verloren al hun woningen, plantages, fabrieken en overig eigendom, almede de rechten daarop en werden daarnaast gewelddadig verstoten. Een onthecht en ontwricht bestaan.

Bij aankomst in Nederland werden Indische Nederlanders ook NIET met open armen ontvangen. Het beleid van de Nederlandse regering was er actief op gericht zoveel mogelijk Indische Nederlanders buiten Europa te houden. Hierom weken velen uit naar Zuid-Afrika, Australië, de Verenigde Staten. Zij waren wel Nederlanders, maar voelden zich door hun tropische opvoeding niet zo.

Het was de tijd waarin de Nederlandse regering van mening was dat het Nederland van de tijd van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog reeds te kampen had met overbevolking. Om overbevolking op te lossen werden Nederlanders actief gestimuleerd te migreren naar Australië, Nieuw-Zeeland, Canada en de Verenigde Staten om aldaar een bestaan op te bouwen. Honderdduizenden maakten gebruik van de migratiesubsidies en migratieregelingen die naoorlogs Nederland kende om het landverhuizen mogelijk te maken.

In Nederland werden Indische Nederlanders opgevangen en gehuisvest in contractpensions en barakkenkampen. In deze pensions moesten de Indische Nederlanders betalen voor hun verblijf, waardoor zij een schuld op bouwden bij de Nederlandse overheid. De teller begon te lopen op het moment dat men het contractpension – waar de levensomstandigheden erbarmelijk slecht waren – betrok. Dit terwijl de Indische Nederlanders aanvankelijk niet aan werk konden komen.

Djanga Loepa was de titel van een boekje dat werd uitgereikt door maatschappelijk werksters aan de Indische moeders in de contractpensions. Zij kregen te horen dat zij zuinig moesten zijn met boter en jam, een huishoudboekje in een schriftje bijgehouden moest worden, hoe zij boodschappen moesten doen en er in Nederland Hollandse pot gekookt moest worden.

Er werd geen rekening gehouden met de reeds aanwezige kennis en kunde van Indische Nederlanders. Er was geen plaats voor de identiteit, de keuken en gewoontes van Indische Nederlanders in het regeringsbeleid of welzijnsbeleid. Dit leidde mede tot het gevoel niet welkom of geaccepteerd te zijn in Nederland. Kikkerland bood Indische Nederlanders geen warm welkom, maar een ijzingwekkend koude ontvangst.

De ontheemden zijn de kinderen van de rekening geworden, van de koloniale rekening. De gemiddelde schuld waarmee men naar Nederland kwam was per gezin 15.000 gulden, thans 46.000 Euro. De Indische gezinnen moesten hun leven in Nederland beginnen vanuit een situatie van de diepste armoede.

Veel gezinnen moesten hun overtocht vanuit Indië terugbetalen aan de Nederlandse overheid. Er moest winterkleding en zomerkleding worden aangeschaft onder leiding, lees dwang, van een corrupte maatschappelijk werkster. Ook moesten meubels onder dwingend toezicht van een maatschappelijk werker worden aangekocht bij aangewezen leveranciers, die niet de goedkoopste optie aanboden.

De maatschappenlijkwerkers genoten een provisie; verdienden geld, aan het doorverwijzen van Indische gezinnen naar meubelzaken. Zij verdienden dus over de rug van de Indische gezinnen geld. Zij maakten de ellende van de Indische gezinnen te gelde.

De diploma’s van Indische Nederlanders werden in de Nederlandse samenleving niet erkend. De Nederlandse overheid was bang voor economische concurrentie tussen Indische Nederlanders en de in Europa geboren Nederlanders. Indische Nederlanders werden dus door de Nederlandse regering actief in een ongelijke situatie, op economische achterstand geplaatst.

Dit patroon van het actief op sociaaleconomische achterstand plaatsen van ene bevolkingsgroep, werd later herhaald na de onafhankelijkheid van de Republiek Suriname.

In de voormalige kolonie Nederlands-Indië hadden de Indische Nederlanders in de loop der eeuwen een goed bestaan opgebouwd. Hun bezittingen en financiën werden hen afgenomen; door de Japanners, Indonesiërs en de Nederlandse regering.

Twee derde van het goud van de Javasche Bank is van Batavia naar New York gebracht. Dit goud is altijd buiten de boeken gehouden. Hierover is nooit verantwoordelijkheid afgelegd door de Nederlandsche Bank of de Nederlandse overheid. Dit goud staat gelijk aan de nooit uitgekeerde banktegoeden, spaargelden, salarissen, pensioenen en beleggingen van Indische Nederlanders.

Het gevestigde beeld tegenwoordig is, dat Indische Nederlanders naar Nederland kwamen als sloebers en armoedzaaiers. Zij staan bekend als mensen die zo heerlijk Aziatisch bescheiden zijn, verrukkelijk kunnen koken, zo gezellig zijn en zo fraai kunnen dansen. Dit stereotype beeld van Indische Nederlanders laat weinig zien van de deels voorname positie, opvoeding en cultuur van Indische Nederlanders in Indonesia.

De Nederlandse overheid erkent tot heden niet, dat zij de bezittingen van Indische Nederlanders heeft gestolen. De naoorlogse economische afwikkeling van een overzees Nederland ging gepaard met leugen en bedrog, heimelijkheid, massale roof en veel pijn en verdriet.

In de jaren negentig heeft de Nederlandse regering gepoogd een afkoopregeling met de Indische Nederlanders te treffen onder de titel Het Gebaar. Ieder Indisch gezin kon aanspraak maken op een vergoeding van 20.000 Euro.

Dit is slechts 1 procent van het totale bedrag dat van hen door de Nederlandse regering is gestolen. De transfer van de tegoeden en de goudvoorraad van de Javasche Bank naar New York kan worden aangetoond met documenten die zich bevinden in de archieven in Washington, in de USA.

Telkens weer verwijst de overheid naar deze maatregel van Het Gebaar wanneer Indische Nederlanders of anderen vragen om VOLLEDIG materieel en financieel rechtsherstel, om uitbetaling van de tegoeden en vorderingen op de Staat.

Door het collectieve karakter van HET GEBAAR, zijn Indische gezinnen gedwongen om middels individuele rechtszaken hun bezittingen, pensioenen, verzekeringen, enz. bij de Nederlandse Staat terug te vorderen, vorderingen erkend te krijgen en uitbetaling af te dwingen.

Waar het betreft de toepassing van de Universele Rechten van de Mens op de Indische Kwestie, heeft de regering veel te herstellen. De aangerichte schade zal ook komende generaties beheersen (in hun denken over) hun positie in de Nederlandse samenleving.

Daderschap en slachtofferschap, loyaliteitskwesties, ontheemding, de nooit verdwenen liefde voor het tropisch geboorte(ei-)land, heimwee, verscheurde families die deels in Indonesia, Nederland of elders wonen, al deze thema’s spelen een rol in Indische gezinnen. Deze gemengde gevoelens kunnen in veel gevallen leiden tot gevoelens van ontheemding, het niet volledig passen of willen assimileren aan de nieuwe Nederlandse omgeving.

De vraag hoever een Indisch gezin in Nederland zou moeten integreren houdt velen bezig. Zij bewegen zich vaak tussen culturen. Hierdoor kan een duurzaam gevoel ontstaan volledig ontheemd te zijn. Niet te kunnen wortelen in de Nederlandse samenleving. In hoeverre moet een burger zich eigenlijk wortelen? Hoe zou men moeten wortelen, immers de eigen familiegeschiedenis biedt een veelvoud aan referenties die een dergelijk proces vergezellen.

In Indische en Molukse gezinnen weet men dat de Nederlandse samenleving hun verhaal en achtergronden niet kent. Dit leidt tot een gevoel van vervreemding in sommige gevallen, het gevoel onvoldoende erkend te zijn en het gevoel nauwelijks of geen respect van de Nederlandse samenleving et ontvangen hoewel de Indische of Molukse voorouders de Nederlandse driekleur in de overzeese rijksdelen eeuwenlang dienden, hoog hielden, een onmisbare bijdrage leverden aan de territoriale integriteit van het Koninkrijk.

Een Koninklijk Boodschap wordt node gemist. Tijdens de Indiëherdenking 2021 ‘is de Koning op vakantie met het Gezin’. Geen vorst die troostende of verbindende woorden richt tot de Indische gemeenschap. Wat zegt dit over de Oranje betrokkenheid bij de Indische of Molukse doelgroep? Hoe draagt dit bij aan erkenning, respect en zorg voor de doelgroep Indische Nederlanders, hun gevoelens van verbondenheid met de Nederlandse samenleving? Welke betrokkenheid mag men verwachten van het Staatshoofd?


In Molukse en Papoea gezinnen heeft men veel specifieke kennis van de tropen. Over goden- en geestenwerelden, mystiek en het leven in de tropen. Verhalen die in Nederland geen plaats hebben gevonden. Verhalen die nog nooit door academische onderzoekers zijn vastgelegd of onderzocht, waardoor maatschappelijke erkenning voor deze gezinnen duurzaam uitblijft.

De verhalen liggen dicht onder der oppervlakte. Welke onderzoeker neemt een spade in de hand om deze verhalen op te diepen uit de geheugens van Indische Nederlanders?  Wie geeft hun kennis en kunde een waardevolle plaats in Nederland?