Mensen met een beperking krijgen in veel gemeenten nog altijd veel te weinig hulp om volwaardig mee te doen in de maatschappij, blijkt uit een rondvraag. NU.nl vroeg mensen met een beperking of er inderdaad sprake is van kansenongelijkheid.
Met het oog op gelijke kansen in de samenleving is toegankelijkheid het belangrijkst, vindt Simon Bornstein, voorzitter van de wijkraad Amsterdam-Zuidwest.
“Dat begint bij openbare plekken, zoals het ov. Ik zie bijvoorbeeld soms dat er maar één lift voor een perron is. Als die lift voor langere tijd kapot is, betekent dit dat je je trein niet kan nemen als je minder mobiel bent. En als je de trein niet kunt nemen, betekent het dus dat je niet naar je werk of andere sociale plekken kan.”
Niet alleen openbare plekken zoals de supermarkt, maar ook persoonsgebonden hulpmiddelen zijn belangrijk met het oog op toegankelijkheid. Maar als zo’n hulpmiddel kapot is, duurt het heel lang voordat het wordt gerepareerd, vertellen meerdere lezers.
“Mijn scootmobiel was kapot, maar voordat ik iemand kon spreken over reparatie, moest ik zes keer bellen, waarbij ik tot anderhalf uur in de wacht stond per keer”, vertelt Bornstein. Zijn ervaring is geen uitzondering. “De reparatie van een kapotte rolstoel kan zo zes tot acht weken duren. In die tijd kan je niet veel doen”, zegt een lezer.
‘Je wordt zelfs als chronisch zieke de schulden ingejaagd’
Bornstein zag in een eigen wooncomplex hoe belangrijk toegankelijkheid is. “Op de derde verdieping woonde iemand met een beperking die een lift nodig had. Nadat we een Wmo-verzoek hadden ingediend, bleek dat de gemeente maar tot de eerste verdieping een lift kon plaatsen. Voor een extra verdieping moesten we 10.000 euro betalen.”
“Als je een AOW hebt, of als je van een uitkering leeft zoals veel mensen met een beperking, kun je dit niet betalen.” Dit is volgens een lezer een groot probleem. “Je wordt zelfs als chronisch zieke de schulden ingejaagd.”
Toch zijn er kleine oplossingen. “In Amsterdam heb ik in de kringloopwinkel een medische hoek gezien. Hier kun je een wandelstok vinden, maar ook een bedlift of rolstoel”, vertelt Bornstein. “Hulpmiddelen zijn er betaalbaarder voor mensen met een beperking die een beperkt budget hebben.”
‘Je voelt je minderwaardig, omdat je zo ook wordt behandeld’
Bornstein ziet dat mensen met een beperking met psychische klachten kampen doordat ze niet kunnen meedoen in de maatschappij. Een 27-jarige lezer zegt dat ze veel zelf moet regelen. “Het kost mij ontzettend veel energie om hulp en ondersteuning te krijgen, omdat ik maar aan de bel moet blijven trekken. Ik word regelmatig met een kluitje in het riet gestuurd.”
Als een hulpmiddel kapotgaat en de gebruiker ervan geen reserve heeft, kan diegene zich slecht verplaatsen en daardoor weinig uit huis komen. “Je voelt je opgesloten. Als je dan ook nog eens geen vrijwilligers of mantelzorger om je heen hebt, vereenzaam je”, vertelt Bornstein.
“Er is sprake van een lotsaanvaarding onder mensen met een beperking. We aanvaarden onze beperking, maar ongelijke kansen niet. Je voelt je minderwaardig, omdat je zo ook wordt behandeld”, zegt Bornstein. Dat is zonde, vindt hij. “De talenten die je hebt kun je minder goed ontwikkelen, doordat je geen kans krijgt.”
Een lezer zegt weer een “volwaardig burger” te willen zijn en ook weer als dusdanig mee wil doen. Deel uitmaken van de maatschappij is belangrijk voor mensen met een beperking, benadrukt Bornstein. “Als je kan meedoen in de samenleving, krijg je je levensgeluk terug.”
Met verschuldigde eerbied richt WIJKRAAD ZUID-WEST AMSTERDAM zich met dit VERZOEKSCHRIFT tot de TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. De WIJKRAAD is een platform dat in 1951 werd opgericht en zich sedertdien bezig houdt met de collectieve belangenbehartiging vanuit bewonersperspectief namens 22 bewonersorganisaties.
Thans richten wij ons op EQUAL PAY DAY tot u. De EQUAL PAY DAY werd door de EUROPESE COMMISSIE opgericht om constant, ieder jaar weer – aandacht te vragen voor het wettelijk recht op gelijke beloning voor gelijk werk voor vrouwen en andere groeperingen in onze samenleving. In Nederland verdienen vrouwen gemiddeld 36 % minder dan mannen voor gelijke werkzaamheden. Ook verdienen vrouwen op uurloon basis 13 % minder salaris dan hun mannelijke collegae. Deze ongelijkheden in de HUIDIGE SAMENLEVING komen ook tot uitdrukking in de NEDERLANDSE PENSIOENWETGEVING, in het bijzonder in de ALGEMENE OUDERDOMSWET (AOW) in de nooit betaalde salarissen, soldij en (militaire en invaliditeits-) pensioenen aan Indische Nederlanders en (rechthebbende nazaten van) de Molukse leden van het voormalig Koninklijk Nederlands Indisch Leger. Dit laatste noemen wij BACKPAY salarissen, uitkeringen en pensioenen: de INDISCHE ERESCHULDEN of INDISCHE KWESTIE.
Op grond van de VETERANENWET (van 2012) hebben VETERANEN van de NEDERLANDSE KRIJGSMACHT, waaronder begrepen de VETERANEN hun verwanten en hun nazaten van het VOORMALIGE KONINKLIJK NEDERLANDS INDISCH LEGER, en de Nederlandse krijgsmachtonderdelen te SURINAME en op ARUBA, CURAÇAO, BONAIRE, SINT EUSTATIUS, SINT MAARTEN EN SABA wettelijk recht op WAARDERING, ERKENNING en RESPECT alsmede ondersteuning en verzorging voor hun materiële belangen en immateriële noden door het NEDERLANDS VETERANENINSTITUUT.
Wijkraad Zuid-West Amsterdam verzoekt de Tweede Kamer der Staten-Generaal om ALLE veteranen, hun verwanten en hun nazaten afkomstig zijnde van (voormalige) overzeese rijksdelen met terugwerkende kracht vanaf de militaire mobilisatie in 1941 gelijk te stellen aan en gelijk te behandelen als veteranen geboortig van het Europees deel van het Koninkrijk der Nederlanden. De categorie ‘inheemse soldaat’ zoals gebezigd in de voormalige Nederlands-Indische Wetgeving, dient uit het huidige militair pensioenstelsel verwijderd te worden. In Nederlands-Indië waren inheemse soldaten niet juridisch gelijk aan Nederlandse of Europese soldaten. Deze ongelijkheid is in het huidig tijdgewricht en onder de thans geldende Nederlandse Grondwet op basis van het eerste artikel der Grondwet onhoudbaar en illegaal te noemen; alle Nederlanders behoren gelijk behandeld te worden.
Tot op heden is de ALGEMENE WET GELIJKE BEHANDELING niet van toepassing op de zes Antilliaanse eilanden. Dit leidt tot ongelijke behandeling van NEDERLANDERS, zulks op basis van hun (ei-) land van inwoning binnen het Koninkrijk of op grond van het deel van het Koninkrijk waar men werd geboren. Wijkraad Zuid – West Amsterdam verzoekt de Tweede Kamer der Staten-Generaal om alle Nederlanders, in het bijzonder hen die wonen op één van de zes Caribische eilanden op alle wijzen gelijk te behandelen met de Nederlanders in Europa. Alle Nederlandse wetgeving, in het bijzonder ten aanzien van werk, pensioenen en sociale zekerheid, behoren in gelijke mate ingevoerd te worden in alle delen van het Koninkrijk – zeer specifiek op de Bonaire, Saba en Sint Eustatius – welke gemeenten zijn binnen het Koninkrijk.
Ook verzoekt WIJKRAAD ZUID – WEST AMSTERDAM u om de veteranen van de Nederlandse krijgsmacht woonachtig te Suriname na de onafhankelijkheid van de Republiek Suriname gelijk te behandelen aan veteranen met de Nederlandse nationaliteit, daar waar het het recht op het ontvangen van militaire pensioenen, tegemoetkomingen en invaliditeitspensioenen betreft. Immers, in het ONAFHANKELIJKHEIDSVERDRAG met de REPUBLIEK SURINAME is hieromtrent tot heden niets formeel overeengekomen of geregeld. Wij wensen een einde te maken aan deze lacune in de Nederlandse wetgeving.
Ten aanzien van BURGERS afkomstig van voormalig Nederlands-Indië, Suriname, de Nederlandse Antillen verzoeken wij u de ALGEMENE OUDERDOMS WET (AOW) dusdanig te wijzigen, dat al deze burgers gelijk gesteld zullen worden aan burgers geboortig van het Europees deel van het Koninkrijk der Nederlanden, wij zijn ons bewust dat deze stelselwijziging mogelijk gevolgen kan hebben in die zin, dat alle genoemde groepen schadeloos gesteld moeten worden waar het een onvolledige AOW opbouw betreft. Hierbij gaat het ons in de eerste plaats om een gerichte tegemoetkoming aan Surinaamse Nederlanders met een onvolledige AOW-opbouw. Nederlanders van Surinaamse afkomst die van 1957 tot 1975 in Suriname hebben gewoond en in verband met de onafhankelijkheid van Suriname op 25 november 1975 er voor hebben gekozen om naar Nederland te verhuizen, waren over de periode van 1957 tot hun verhuizing naar Nederland niet verzekerd voor de Algemene Ouderdomswet (AOW). Zij waren immers tijdens deze periode geen ingezetene van Nederland. Volgens het systeem van de AOW wordt hun uitkering gekort in evenredigheid tot het aantal onverzekerde jaren, het zogenoemde ‘AOW-GAT’.
WIJKRAAD ZUID – WEST AMSTERDAM realiseert zich, dat wellicht het STATUUT VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN aangepast zal moeten worden. De daarin beschreven regeling, welke bepaalt dat de landen binnen het Koninkrijk ieder op zich verantwoordelijk zijn voor de eigen SOCIALE ZEKERHEID.
Het AOW stelsel wordt thans bepaald door het begrip ‘ingezetenschap’, WIJKRAAD ZUID – West AMSTERDAM stelt zich op het standpunt dat het begrip ‘Nederlandse Nationaliteit’ van toepassing verklaart dient te worden naast het begrip ‘ingezetene’. Dit met het oog op het vergroten van de doelgroep / -en op wie de AOW toepasselijk behoort te zijn. Het Rijk behoort zich verantwoordelijk te stellen voor een stelselwijziging en de financiële gevolgen welke hieruit kunnen volgen.
Voorkomen moet worden, dat de groep Nederlanders van Surinaamse afkomst die van 1957 tot 1975 in Suriname hebben gewoond, en in verband met de onafhankelijkheid van Suriname op 25 november 1975 er voor hebben gekozen naar Nederland te verhuizen, te maken krijgen met een onvolledige AOW-uitkering. Over de periode van 1957 tot hun verhuizing naar Nederland waren zij immers niet voor de AOW verzekerd, omdat zij tijdens deze periode geen ingezetene waren van Nederland. Na hun verhuizing naar Nederland zijn de Surinaamse Nederlanders als ingezetene van Nederland voor de AOW in Nederland verzekerd, waardoor zij vanaf dat moment aanspraken gingen opbouwen. Na pensionering ontvangen ze in Nederland een AOW-uitkering waarvan de hoogte is gerelateerd aan het aantal jaren ingezetenschap in Nederland. Daar deze groep mensen vóór 1975 (deels) geen AOW in Nederland heeft opgebouwd, ontvangt deze groep geen volledige AOW-uitkering na hun pensionering, tenzij zij gebruik hebben gemaakt van de zogenoemde inkoopregeling.
In oktober 2020 heeft Uw Kamer een motie aangenomen, waarin wordt gesteld dat de hierboven beschreven groepen tegemoet moeten worden gekomen met een schadeloosstelling door de Nederlandse regering. Wijkraad Zuid – West stelt zich op het standpunt dat dit een VERPLICHTE toelating van de bedoelde groep van circa 30.000 personen tot het AOW stelsel behoort te zijn.
Deze groep toenmalige rijksgenoten die leefde in Suriname in de periode 1957 tot 1975 en nu langere tijd woonachtig is in Nederland, heeft naar onze opvatting wettelijk recht op een tegemoetkoming te geven voor hun onvolledige AOW-opbouw in de periode 1957-1975.
Gelet op de bijzondere geschiedenis, eeuwenlange verbondenheid en context, van onze rijksgenoten dienen de bedoelde groepen gelijkwaardig behandeld te worden. Het is goed en rechtvaardig dat Nederland miljarden uittrekt om te investeren in vluchtelingen, asielzoekers en statushouders, maar in de eerste plaats behoort te worden geïnvesteerd in de gelijke behandeling en gelijke beloning van rijksgenoten met een eeuwenoude innige band met Nederland.
Personen thans woonachtig in Nederland, Nederlanders van Surinaamse herkomst, die tussen 1957 en 1975 periode(n) in Suriname hebben gewoond en die voor 25 november 1975 naar Nederland zijn gekomen in aanmerking genomen zijn dat de personen in deze groep vanaf hun geboorte in Suriname de Nederlandse nationaliteit bezitten en daarom gelijkwaardig onderdaan van het Koninkrijk der Nederlanden zijn, wat door de TOESCHEIDINGSOVEREENLKOMST werd gewaarborgd.
Voorts heeft deze groep personen tot hun overkomst naar Nederland geen ouderdomsvoorziening kunnen opbouwen, omdat een stelsel daarvoor pas in 1981 in Suriname werd ingevoerd.
Voorts merken wij op dat, aan deze groepen personen geen gerichte informatie is verstrekt over de (ontbrekende) opbouw van hun AOW-rechten en de bestaande mogelijkheid van inkoop in de AOW. Dit ondanks de wettelijk zorgplicht van de regering.
Gelet op de geest van de Noodwet Ouderdomsvoorziening van 1947 welke aan alle NEDERLANDERS van 65 jaar en ouder een Ouderdomsvoorziening toekende, dient aan alle in dit VERZOEKSCHRIFT genoemde groepen NEDERLANDERS een volkomen gelijkwaardige toekenning op grond van de ALGEMENE OUDERDOMSWET – zonder enige vorm van discriminatie toe te worden gekend. WIJKRAAD ZUID – WEST AMSTERDAM stelt zich op het standpunt dat alle vormen van geïnstitutionaliseerde en of wettelijk vastgelegde vormen van DISCRIMINATIE dienen op te worden geheven.
Er dient URGENT ruimte te worden geschapen voor RECHTSHERSTEL, leidend tot een maatschappelijk helingsproces waardoor genoemde groeperingen zich niet langer door de Nederlandse regering benadeeld behoeven te weten en voelen, maar hen het gevoel en de zekerheid wordt geboden een volledig integraal en onlosmakelijk onderdeel te zijn van een kleurrijke Nederlandse samenleving waarin burgers en overheid op basis van democratische waarden gelijkwaardig met malkander om gaan. Zulks ter krachtige bevordering van maatschappelijke solidariteit in een inclusieve samenleving.
Stichting Blije Buren werkt sedert de maand mei formeel samen met WIJKRAAD ZUIDWEST AMSTERDAM. De Stichting BLIJE BUREN is reeds twaalf jaar actief in Amsterdam Zuid. De Stichting verstrekt voedselpakketten aan circa 4000 Amsterdammers. Wijkraad Zuid West Amsterdam wil het informele sociale vangnet fors verstevigen in tijden van #hyperinflatie, #toenemende #armoede en #enzaamheid onder kwetsbare #stadgenoten en #bewoners, stelt Sanjay Girwar, vice-voorzitter enthousiast. Recent ontvingen de Wijkraad en Blije Buren hoog bezoek van Wethouder Moorman namens het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Amsterdam.
Wij verwelkomen de Stichting Blije Buren van ganser harte en zien uit naar een verder vruchtbare samenwerking ten behoeve van en vanuit het perspectief van onze bewoners en buren!
De kans is groot dat een groep Surinamers alsnog een hogere AOW-uitkering krijgt. Wijkraad Zuid West Amsterdam is blij dat er nu eindelijk uitzicht is op een oplossing voor deze groep.
Het AOW-probleem voor Surinamers speelt al heel lang. Tot 1975 was Suriname onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. Toch bouwden de inwoners geen AOW op, want daarvoor moest je in Nederland zelf wonen.
Na de onafhankelijkheid van Suriname kwamen veel Surinamers naar Nederland. Toen zij de AOW-leeftijd bereikten, kregen ze een onaangename verrassing: de periode waarin ze, voor de onafhankelijkheid, in Suriname hebben gewoond, telde voor hun AOW niet mee. Dat betekent dat hun uitkering een stuk lager ligt.
Gemotiveerd pleidooi Tot nu toe is er geen oplossing voor deze groep, ondanks verschillende pogingen om die te bereiken. Wijkraad ZuidWest Amsterdam heeft in de afgelopen acht jaren samen met de FNV petities aangeboden aan de Tweede Kamer, de Minister en aan andere relevante instanties om reparatie van het “Surinaamse AOW gat” voor elkaar te krijgen.
LOS HIERVAN HEEFT HET BESTUUR VAN DE WIJKRAAD ACTIEF GESPREKKEN GEVOERD MET RIJKSAMBTENAREN, TWEEDE KAMERLEDEN, EERSTE KAMERLEDEN, POLITIEKE PARTIJEN, VAKBONDEN, ANTILLIAANSE EN SURINAAMSE EN OUDERENORGANISATIES.
Begin vorig jaar hield Wijkraad ZuidWest Amsterda m nog een vurig pleidooi voor maatregelen tijdens een rondetafelgesprek met leden Tweede Kamer tijdens een thema ontbijt.
Een aantal Kamerleden heeft de kwestie daarna opgepakt. Ze hebben bij minister Koolmees aangedrongen op maatregelen. Koolmees heeft vervolgens een commissie samengesteld die een oplossing moest zoeken: de Commissie Sylvester.
Belastingvrij Die commissie adviseert het kabinet nu om de jaren die mensen in Suriname woonden vóór de onafhankelijkheid mee te tellen als jaren van ingezetenschap in Nederland. Die jaren tellen dus mee voor hun AOW-opbouw.
Het tekort aan AOW kan niet met terugwerkende kracht worden gerepareerd. De commissie vindt daarom dat de overheid aan deze groep Surinamers eenmalig een belastingvrije uitkering moet geven. Dat is vooral een gebaar van erkenning en herkenning voor de bijzondere situatie waarin deze groep al zo lang zit. Het kabinet reageert binnenkort op het rapport van de commissie.
Vooralsnog is Wijkraad ZuidWest Amsterdam zeer tevreden met het advies en gaat ervan uit dat het kabinet de aanbevelingen overneemt.
De WIJKRAAD wil weten hoe hoog de belastingvrije uitkering gaat worden en hoe het allemaal wordt geregeld.
Door: RABBIJN SIMON BORNSTEIN EN SANJAY GIRWAR, VICE-VOORZITTER WIJKRAAD ZUIDWEST AMSTERDAM